Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-07-2018

Crozat

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

Antoine Crozat, markies Duchâtel, een Fransch staatsman. Hij werd geboren te Toulouse in 1655, trad als loopjongen in dienst bij Penautier, penningmeester der Staten van Languedoc, werd vervolgens kassier en deed in die betrekking zulke voordeelige zaken, dat hij een ontzettend groot vermogen verwierf. De Koning benoemde hem tot intendant van den hertog van Vendôme en bevoorregtte hem met het handelsprivilegie op Louisiana, terwijl in 1715 de Regent — de hertog van Orleans — hem verhief tot ridder en penningmeester van de orde van den Heiligen Geest. Hij overleed te Parijs den 7den Junij 1738.

Josèphe Antoine Crozat, markies van Tugny. Deze, een zoon van den voorgaande, werd geboren te Toulouse in 1696 en heeft als een vriend der wetenschap en vooral als kunstverzamelaar grooten roem verworven. Zijn muséum van schilderijen bevatte 400 stukken van meesters van den eersten rang, benevens een rijke verzameling van antieke stand- en borstbeelden, bronswerk en vele kostbare modellen van gebrand leem van Michele Angelo, Paolo Veronese, Algardi, Fiamingo, Bernini, Anquier enz., voorts keurig porselein en fayence, bijna 1400 cameeën en intagliën, 19000 bladen met handteekeningen en een groot aantal gravuren. Zijne boekerij telde 20000 deelen. Ook heeft hij een groot aantal gravuren uitgegeven van voortreffelijke schilderstukken, en het eerste gedeelte daarvan, 140 koperen platen bevattende en bekend onder den naam van „Cabinet de Crozat”, is in 1729 te Parijs verschenen. Dat werk is voortgezet, en na den dood van Crozat in 1740 zijn de platen door eene vereeniging van boekhandelaars aangekocht en op nieuw uitgegeven onder den titel „Recueil d’estampes d’après les plus beaux tableaux et d'après les plus beaux dessins qui sont en France etc. (1742, 2 dln in folio)”.

In 1764 verscheen daarvan eene nieuwe uitgave. Crozat had in zijn testament bepaald, dat de handteekeningenverzameling voor 100000 livres aan den Koning zou worden aangeboden, waarna die som zou ten deel vallen aan de armen te Parijs. De minister Fleury wees echter dat voorstel van de hand, en de verzameling werd verkocht. De gesnedene steenen werden door aankoop het eigendom van den hertog van Orléans. De overige kunstwerken vielen ten deel aan zijn broeder, doch werden in 1750, na het overlijden van dezen, desgelijks voor een gedeelte verkocht. De schilderijen bleven aanvankelijk nog in de familie, doch kwamen in 1772 in het bezit van de Keizerin van Rusland.

< >