Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-07-2018

Court

betekenis & definitie

Court (De la) is de naam van een aanzienlijk Nederlandsch geslacht; van zijne leden noemen wij:

Pieter de la Court, doctor in de regten en uitstekend staathuishoudkundige, geboren te Leiden vermoedelijk omstreeks het jaar 1618. Even als zijn vader, die te Leiden groote fabrieken had doen verrijzen, hield hij zich met fabriek- en handelszaken bezig, en nam tevens ijverig deel in de staatkundige aangelegenheden van dien merkwaardigen tijd, waarover hij in zijne geschriften veel belangrijks heeft medegedeeld. Hij was een tegenstander van het stadhouderlijk bewind en een oprecht vriend van Johan de Witt. Toen deze met zijn broeder in 1672 te ’s Hage vermoord werd, achtte de la Court zich te Leiden niet veilig, maar nam de wijk naar Antwerpen, waar hij vriendschappelijk omging met Pieter de Groot en andere uitgewekenen. In het laatst van 1673 keerde hij naar Leiden terug, maar verliet kort daarna deze stad, om zich des winters te Amsterdam en des zomers op zijn buitenverblijf Meerburg, niet ver van Leiden, te vestigen, alwaar, naar men meent, de eerste Europésche ananassen zijn gekweekt. Hij overleed te Amsterdam den 28sten Mei 1685.

Veel meer dan het bovengemelde is van zijne lotgevallen niet bekend. Zijne hoogst belangrijke geschriften werden zonder naam in het licht gezonden, enkel geteekend met de letters D. C. (del Court), v. H. (van Hof) of v. d. H. (van den Hove). Daartoe behooren „Het welvaren der stad Leiden”, naar het handschrift door B. W. Wttewaal eerst in 1845 in het licht gegeven, — „Interest van Holland ofte gronden van Hollands welvaren, aangewezen door v. d. H. (1662)”, waarin het 29ste en 30ste hoofdstuk geschreven zijn door den raadpensionaris de Witt, — „Aanwijzing der heilzame politike gronden en maximen van de Republike van Holland en West-Friesland (1659)”, eene vermeerderde en verbeterde uitgave van het voorgaande werk. Ook de hoofdstukken van de Witt komen er in voor (hier dl III, hoofdstukken 5, 6 en eerste gedeelte van 7), zoodat een gedeelte van dit boek in het Fransch is uitgegeven onder den titel „Memoires de Jean de Witt, Grand-Pensionaire de Hollande (3de uitgave 1709).” Voorts wordt hij voor den schrijver gehouden van „Naauwkeurige consideratie van Staet, weegens de heerschappye van een vrye en geheyme staetsregeeringh over de gansche aertbodem. Aengewezen door v. d. H. (1662)”. — „Sinrijke Fabulen (1685)”, — en „Historie der gravelicke regeering in Holland, beschreven door v. H. (1662)”. — De geschriften van de la Court onderscheiden zich door een kernachtigen, scherpen stijl en geven getuigenis van zijne schranderheid en van zijne groote verdiensten op het in die dagen nog zoo weinig betreden gebied der staathuishoudkunde. Hij paarde eene uitgebreide kennis aan zelfstandig nadenken en opregte vaderlandsliefde aan ongeveinsde vroomheid, zoodat zijne nagedachtenis meer hulde verdient, dan haar tot nu toe is ten deel gevallen.

Jan de la Court, een broeder van den voorgaande en geboren te Leiden den 27sten October 1622. Schoon desgelijks tot doctor in de regten bevorderd, hield hij zich met fabrieken handelszaken bezig en was tevens een ijverig beoefenaar der Oude letteren. Hij overleed in zijne geboortestad in het jaar 1660. De door hem geschreven werken, geteekend met de letters D. C. of V. H., zijn „Consideratiën en exempelen van Staet omtrent de fondamenten van allerley Regeringen, beschreven door V. H. (1660)”, waarvan in 1661 onder gewijzigden titel eene nieuwe uitgave verscheen, die in 1662 tot 4-maal toe herdrukt werd, — en „Politike discoursen, handelende in ses onderscheidene boeken van Steeden, Landen, Oorlogen, Kerken, Regeeringen en Zeden, beschreven door D. C. (1662, in dat jaar nog 2-maal en in 1663 nogmaals herdrukt)”. Beide werken zijn voorzien van voorredenen van zijn broeder Pieter.

< >