Coquimbo, eene provincie van de ZuidAmerikaansche republiek Chili, tusschen Atacama en Aconcagua gelegen, telt op 762 geogr. mijlen 150000 inwoners (1866), die meerendeels 3 enge rivier-dalen — die der Rio-Coquimbo, Limari en Choapá, — benevens den omtrek der mijnen bevolken. De bergachtige bodem is er wegens gebrek aan water over het geheel onvruchtbaar , doch levert een overvloed van ertsen. In 1854 werkte men er in 16 goud-, 16 zilver-, 2 kobalt-, 3 kwikzilver- en 337 kopermijnen, en er worden vooral belangrijke hoeveelheden koper uitgevoerd. Deze provincie is eerst den 26sten Junij 1826 bij Chili gevoegd.
Hare hoofdstad La Serena, bij den mond der RioCoquimbo op een terras zeer bevallig gelegen, werd in 1543 gesticht. Men heeft er een bisschop, een hof van appèl, een lycéum, onderscheidene scholen van middelbaar onderwijs, eenige fraaije kerken, sierlijk gebouwde, door tuinen omgeven huizen en ongeveer 15000 inwoners. Hare haven is de stad Coquimbo, die op den afstand van 1 geogr. mijl aan eene veilige baai met goeden ankergrond zich verheft. In hare nabijheid vindt men aanzienlijke kopersmelterijen.
