Cohahuila, tot 1864 een Staat en vervolgens een departement in Mexico en over het geheel weinig bekend, grenst ten noorden en noordwesten aan de Rio Grande del Norte, die het van Texas scheidt, ten oosten aan Nieuw-Leon en Tamaulipas, ten zuiden aan Zacatetas en Durango en ten westen aan Durango en Chihuahua. Het heeft eene oppervlakte van 2480 geogr. mijlen en vormt de helling der Mexicaansche Hoogvlakte. Het zuidelijk gedeelte is nog eenigzins bergachtig, doch de bodem wordt naar de zijde der Rio Grande allengs vlakker en draagt er digte wouden, grazige weiden en vruchtbare dalen. In het zuidwesten ligt de Bolson de Mapimi, eene lage hoogvlakte met onderscheidene meren en de verblijfplaats van woeste Indianen, omgeven door kalksteenvormingen met zilver-, koper- en lood-ertsen.
De voornaamste rivieren, zooals de Rio Salado en de Rio Sabinas, storten zich uit in bovenvermelde grensrivier. Het klimaat is er in het algemeen gezond, en het aantal inwoners slechts 66000. Het voornaamste middel van bestaan is er de veeteelt, hoewel de grond er zeer geschikt is voor den landbouw, alsmede voor den wijnbouw. De voornaamste steden zijn er Saltillo of Leona Vicario, de hoofdstad des lands, in wier omtrek de agave verbouwd wordt tot het bereiden van pulque, met 8000 inwoners, — Monolava of Cohahuila, de voormalige hoofdstad, met 4000 inwoners, — en Paras met uitgestrekte wijngaarden en met 10000 inwoners.