Onder dezen naam vermelden wij 3 zonen, 3 dochters en een kleinzoon van Abraham Cherbuliez, een voornaam boekhandelaar te Genève, die zich allen op het gebied der wetenschap en der letterkunde een goeden naam hebben verworven, te weten:
André Cherbuliez, geboren in 1795. Hij studeerde aanvankelijk in de godgeleerdheid en werd vervolgens huis-onderwijzer, eerst bij eene Engelsche familie in Italië en toen bij vorst Dolgoroeki te Parijs. Hier legde hij zich toe op de Duitsche letterkunde, nam na zijn terugkeer te Genève eerst het leeraarsambt waar, werd in 1832 directeur der hoogste klasse van het collége, in 1840 hoogleeraar in het Latijn en in 1846 in de oude talen.
Tot zijne belangrijkste geschriften behooren: „De libro Job (1829)”, — „Essai sur la satyre latine (1829)” — en „La ville de Smyrne et son orateur Aristide (1863)”.
Antoine Elisée Cherbuliez, geboren in 1797. Hij vestigde zich in 1826 als privaat-docent te Genève en werd er later benoemd tot hoogleeraar in de regten en in de staathuishoudkunde. Hij was er tevens lid van den gemeenteraad, redacteur van wetenschappelijke tijdschriften, en schrijver van belangrijke werken, zooals: „L’utilitaire (1828-1830, 3 dln)”, — „Richesse et pauvreté (1841)”, — Théorie des garanties constitutionelles (1839, 2 dln)”, — en „De la démocratie en Suisse (1843)”. Door de omwenteling van 1846 uit alle openbare betrekkingen verwijderd, legde hij het hoogleeraarsambt neder en begaf zich naar Parijs, waar hij de Socialisten —inzonderheid Proudhon — bestreed.
In 1843 keerde hij naar Zwitserland terug, werd er eerst leeraar aan de académie te Lausanne en vervolgens professor in de staathuishoudkunde aan het polytechnicum te Zürich. Hij schreef voorts een „Précis de la Science économique (1862)”, en overleed den 4den Maart 1869.
Joël Cherbuliez, de opvolger van zijn vader in den boekhandel. Hij werd geboren in 1806 en was vóór 1846 lid der régering van het kanton, alsook een der hoofdredacteuren van de „Bibliothèque universelle”. Voorts schreef hij: „Le lendemain du dernier jour d’un condamné (1829)”, — „Genève, ses institutions, ses moeurs, son développement intellectuel et moral (1867)”, en onderscheidene artikels in de „Revue des deux mondes”. Hij overleed in November 1870.
Mevrouw Tourte-Cherbuliez, geboren in 1793. Zij vervaardigde eenige verhalen en romans, waarvan „Annette Gervais” en „Le journal d’Amélie” algemeen bekend werden, en overleed in 1863.
Caroline Cherbuliez, geboren in 1800. Zij vertaalde een staathuishoudkundig werk van Marcet uit het Engelsch.
Adrienne Cherbuliez, geboren in 1804. Met haren broeder Joël zette zij eene bloemlezing uit de verhalen van Zschokke over in het Fransch, alsmede onderscheidene werken van von Kleist.
Victor Cherbuliez, een zoon van André. Hij werd geboren te Genève in 1829, studeerde eerst te Genève en vervolgens te Bonn en te Berlijn. Naar zijne geboortestad teruggekeerd, schreef hij aldaar eenige werken, die door geheel beschaafd Europa met bijval ontvangen zijn, zooals: „A propos d’un cheval, causeries athéniennes (1860)”, — „Le comte Kostia (1862)”, — „Le prince Vitale (1863)”, — en „Paul Méré (1864)”.