Chara L. of waterpaardestaart, ook wel kransblad en kranswier genaamd, is een plantengeslacht uit de familie der Characeën (kranswieren) en omvat een aantal kleine planten, die op den bodem van poelen en moerassen in groote hoeveelheid onder water groeijen en het voorkomen hebben van paardestaartachtige gewassen, terwijl zij vroeger ten onregte door velen onder de wieren (Algae) werden gerekend.
Vele soorten zijn met eene kalkkorst bedekt en dan zelfs zeer geschikt om er mede te schrijven, en de stengel en takjes bestaan uit cellen, waarin men met den microscoop het sap kan zien omloopen. Volgens Buchner en Brewster bestaan die planten hoofdzakelijk uit koolzuren kalk, weshalve zij phosphorescéren, als zij op warm ijzer worden gelegd. Van de soorten noemen wij: C. flexilis L. met een enkelvoudigen, buisvormigen stengel en in de oksels der takken geplaatste vruchtjes, — C. vulgaris L. met een stengel, die uit onderscheidene buizen bestaat, spiraalvormig en gestreept is, gelede takken draagt, en in onze slooten voorkomt, waar zij bij de verdamping van het water een onaangenamen geur verspreidt, — en C. hispida L. met stekelharigen stengel en talrijke geledingen, desgelijks in onze slooten te vinden. Zeer naauw verwant is hiermede het geslacht Nitella.