Casuarina L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Kegeldragers (Coniferae) of, volgens anderen, uit die der Casuarineën, en omvat zonderlinge boomen ter hoogte van 10 Ned. el, die op het zuidelijk halfrond, vooral in Nieuw-Holland en op de eilanden der Stille Zee, alsmede in Oost-Indië en in het oosten van Azië groote wouden vormen en een zeer hard hout leveren, dat bijzonder geschikt is tot het vervaardigen van strijdknodsen.
De geleede, bladerlooze takken gelijken op reusachtige paardestaartige gewassen en verdeelen zich gestadig, totdat zij eindelijk borstelvormige, hangende twijgen vormen. Zij bestaan uit een aantal leden, die om de gewrichten eene korte, getande scheede hebben. De meeste bekende soorten — 20 in getal — zijn zelfs in onze groote oranjerieën nog zeldzaam. Daartoe behoort C. equisetifolia Forst., die des winters eene warmte vereischt van 5 of 6°C., terwijl C. muricata alsdan de dubbele warmte noodig heeft en des zomers ons klimaat in de open lucht niet verdragen kan.
