Casembroot is de naam van een aanzienlijk geslacht, dat, uit Piémont (Torato) afkomstig, in de 15de eeuw zich in Vlaanderen vestigde. Van de leden van dat geslacht noemen wij:
Jan de Casembroot, heer van Backerseele, Zellick, Cobbegem, Berchum en Fenain, geheimschrijver van den ongelukkigen graaf Lamoraal van Egmond, toen deze stadhouder was van Vlaanderen. Hij was mede-onderteekenaar van het Verbond der Edelen en meer dan eenmaal als vertegenwoordiger van dat Verbond werkzaam. In 1566 werd hij door Egmond benoemd tot gouverneur van Oudenaarden en hij zorgde er zoowel voor de godsdienstvrijheid der R. Katholieken als voor die der Hervormden. Ook verleende hij aan deze aldaar en te Gent vrijheid, om buiten de stad kerken te bouwen en begaf zich naar Axel, om er de rust, door de Hervormden verstoord, te herstellen.
Later volgde de Casembroot het weifelend gedrag van Egmond en poogde zich aangenaam te maken bij het Hof. Te Gent bragt hij het zoover, dat er 1000 tot 1500 personen trouw beloofden aan de Landvoogdes, mits het hun vergund werd, buiten de stad de preek bij te wonen. Hij ging echter nog verder en verdrukte de onroomschen, deed 21 beeldstormers te Geraerdsbergen ophangen en velen geeselen en liet een predikant en eenige burgers te Aalst in hechtenis nemen. Dit alles baatte hem echter weinig: hij werd in 1567 op last van Alva in de gevangenis geworpen, op de pijnbank gebragt en na vele folteringen op den 2den Junij 1568 te Vilvoorden onthoofd.
Van de Spaansche zijde is zijne nagedachtenis zooveel mogelijk bezoedeld, zoodat Thomas Armenteros hem beschrijft als „een der boosaardigste en dubbeihartigste menschen”. Zeker echter is het, dat hij een man was van uitmuntende geleerdheid, zooals blijkt uit een paar door hem nagelaten werken. '
Leonard de Casembroot, een halven broeder van den voorgaande. Hij onttrok zich bij tijds aan de vervolgingen van den Bloedraad, was in zijne jeugd pensionaris, later burgemeester van Brugge, en in 1572 en 1573 lid van den Raad van State van wege Vlaanderen. Door den Koning van Spanje ingedaagd, nam hij de wijk naar Holland en werd er aangesteld tot raadsheer in het Hof. Voorts zag hij zich belast met gewigtige zendingen naar Duitschland, Engeland enz., terwijl de prins van Oranje hem opdroeg, om in verschillende gewesten des Lands de zaak der onafhankelijkheid te bevorderen.
Later, na ’s Prinsen dood, waarschuwde hij Oldenbarneveldt tegen de lagen van Leycester en vertrok in 1587 naar Engeland, om er over den vrede te handelen. Na het overlijden van Gerrit van Wijngaarden, president van het hof, nam hij tijdelijk diens betrekking waar, en overleed in Maart 1604. — Ook zijn broeder Jacob (geboren den 5den Januarij 1543), schepen en thesaurier van Brugge, nam de wijk naar Holland en vestigde zich te Amsterdam, waar hij vervolgens overleed.
Samuël de Casembroot, een zoon van Leonard. Hij werd geboren te ’s Hage den 22sten December 1582, koos de krijgsmansloopbaan, klom op tot den rang van lt. kolonel, verliet in 1636 de dienst en woonde daarna te Sluis, er de betrekking bekleedende van schepen en burgemeester van ’t Vrije. Hij overleed in Maart 1658.
Reinier de Casembroot, vermoedelijk een achterkleinzoon van Jacob. Hij werd in 1681 directeur van den handel in Perzië, en toen de sjach Sefi I het gesloten verdrag niet nakwam, zeilde hij met eenige schepen naar Gamron en nam het eiland Kismis in bezit. Inmiddels vertrokken Justus van den Heuvel en Herbert de Jager naar lspahan, om de zaak in der minne te schikken. Hiertoe moest weldra genoemd eiland ontruimd worden, hetgeen in 1685 geschiedde. De Casembroot, die tot buitengewoon Raad van Indië was benoemd, overleed omstreeks dien tijd.
Jean Louis de Casembroot, heer van Willige-Langerak, een Nederlandsch krijgsman. Hij werd geboren den 26sten Februarij 1709 te Utrecht, trad in dienst bij het leger, onderscheidde zich in 1747 en 1748 in den veldtogt tegen de Franschen in Staats-Vlaanderen, en was in 1772 luitenant-generaal en commandant van Yperen.
Het geslacht de Casembroot bloeit ook thans nog in ons Vaderland; één zijner telgen, een verdienstelijk zee-officier, heeft zitting in de Tweede Kamer der Staten-Generaal.