Caragana Lam., een plantengeslacht uit de familie der peuldragers (Leguminosae) en door Linnaeus bij het geslacht Robinia gevoegd, onderscheidt zich van dit laatste door een niet-tweelippigen kelk en eene meer rolronde peul.
Het omvat hooge heesters met evengevinde bladeren en stekelpuntige blaadjes en met gele bloemen. Onderscheidene soorten uit de noordelijke gewesten van Azië, zooals C. frutescens Dec., C. jubata Poir., C. microphylla Dec., C. pygmaea Dec. enz. zijn sierlijke gewassen, die tot verfraaijing van parken dienen.
De zaden van sommige soorten zijn eetbaar en verschaffen een uitstekend voedsel voor pluimgedierte. De bladeren worden door het vee met graagte gegeten, de wortels hebben een aangenamen reuk, en ook het hout is zeer bruikbaar.