Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 02-07-2018

Canga-Arguélles

betekenis & definitie

Canga-Arguélles (Don José), een Spaansch staatsman, omstreeks het jaar 1770 in Asturië geboren, werd in 1812 door Valencia naar de Cortes afgevaardigd en wekte toen reeds door de helderheid en juistheid zijner denkbeelden en door den ijver, waarmede hij de constitutionéle beginselen verdedigde, de hoop der vrijzinnigen en de vrees hunner tegenstanders. Ferdinand VII verbande hem naar Penniscola, eene landtong in de provincie Valeneia, en eerst in 1816 werd hij teruggeroepen en verkreeg eene betrekking in de stad Valencia. In 1820, na de herstelling der constitutie van 1812, werd hij minister van Financiën en legde aan de Cortes eene lijst over van alle staats- en kerkelijké bezittingen in Spanje, waaruit bleek, dat deze laatste veel aanzienlijker waren dan de eerste. Tevens gaf hij zijne „Memoria sobre el credito publico (1820)” in het licht, waarin hij aantoonde, dat de uitgaven van den Staat ruim het dubbele beliepen van de inkomsten.

Om dien toestand te verbeteren, deed hij het voorstel, om de directe belastingen te verhoogen, 1/7devan de kerkelijke en kloostergoederen te vervreemden, de kleine bezittingen op de kust van Afrika te verkoopen en eene leening te sluiten, terwijl tevens het aantal ambtenaren aanmerkelijk diende te worden verminderd. Die voorstellen vonden evenwel zoo hevigen tegenstand, en de door hem genomene maatregelen werden zoo gebrekkig ten uitvoer gelegd, dat de begrooting van 1822 nog altijd een tekort bleef aanwijzen. Toen voorts de Koning bij de opening der Cortes den 1sten Maart 1821 zich, zonder vooraf de ministers te raadplegen, over de zwakheid van de uitvoerende magt beklaagde, nam het geheele ministérie zijn ontslag. In de Cortes van 1822 bevond Canga-Arguélles zich weder aan de zijde der liberalen, aandringende op bevestiging der constitutie en op verbetering van den financiélen toestand. Na de catastrophe van 1823 nam hij de vlugt naar Engeland, keerde in 1830 naar Spanje terug, werd er weder lid van het Vertegenwoordigend Ligchaam, en overleed in 1843. Hij schreef, behalve de vermelde memorie, „Elementas de la ciencia de haciënda (1825)” en een „Diccionario de haciënda (1827—1828, 5 dln)”.

< >