Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 02-07-2018

Cancionero

betekenis & definitie

Cancionero is een Spaansch woord, dat liedeboek beteekend en alzoo tot naam dient voor eene verzameling van lyrische gedichten, van een of meer vervaardigers afkomstig. Meer bepaald geeft men dien naam aan liedeboeken, door een gezelschappelijken kring gedicht en aan eenig vorstenhof in gebruik. Van dien aard is het Gallicisch-Portugeesch liedeboek, dat aan het hof van koningdom Diniz in zwang was, en waarvan de Morero de door koning Dimiz zelven vervaardigde liederen in 1847 heeft uitgegeven, — voorts het liedeboek van het hof van koning Jan II en Emanuël van Portugal (Cancioneiro general de Kesende), in 1516 te Almeria en te Lissabon, in 1850—1851 te Stuttgart in het licht verschenen.

Van het dichterlijk genootschap aan het hof van Aragon uit de dagen van Ferdinand I bestaat in handschrift de „Camjoner d’amor” op de Parijsche boekerij, alsmede een op de universiteits-bibliotheek te Saragossa. Ook de „Cancionero de Lope de Stuniga”, opgesteld door de hofdichters, die Alfonsus V, koning van Aragon, naar Italië

vergezelden, is alleen in handschrift aanwezig. Het oudste Castiliaansche liedeboek is de „Cancionero de Baena”, die de voortbrengselen bevat van een dichterlijk genootschap aan het Hof van Jan I, en van Hendrik III en vooral van Jan II en in 1851 te Madrid, in 1852 te Leipzig uitgegeven is. Later heeft men dergelijke verzamelingen van liederen van verschillenden oorsprong, eigenlijke liedeboeken, in het licht gezonden, onder welke de „Cancionerogeneral”, sedert het laatst der 15de eeuw hij herhaling gedrukt, eene eerste plaats bekleedt. Deze is het eerst bijeengebragt door Juan Fernandez de Constantina, en later, vermeerderd door Fernando del Castillo, te Valencia verschenen (1511). Daarenboven zijn er in Spanje 6 uitgaven in folio en 2 Antwerpsche in quarto van bekend (de laatste van 1573). Van eene kleinere uitgave (Saragossa 1552) heeft men een exemplaar op de Keizerlijke boekerij te Weenen. — Somtijds geeft men den naam van Cancionera ook aan verzamelingen van liederen over hetzelfde onderwerp, bijvoorbeeld „Vita Christi (Saragossa 1492)” en „Cancionero de Kamon Dellavia (1480)”. Zie ook onder Romancero.

< >