Campomanes (Don Pedro Rodrigues, graaf van), een Spaansch staatsman, regtsgeleerde, geschiedkundige en schrijver, werd geboren den 1sten Julij 1723 te Santa Eulalia de Sorriba in Asturië, vertaalde reeds op 10-jarigen leeftijd de gedichten van Ovidius in het Castiliaansch en wijdde zich een paar jaar daarna aan de beoefening der wijsbegeerte, die hij echter weldra met de regtsgeleerdheid verwisselde. Nadat hij te Sevilla gepromoveerd was, bepaalde hij zich tot de regtsgeleerde practijk en besteedde zijne ledige uren aan het Grieksch, Arabisch en de geschiedenis. Hij werd nu door de Académie des inscriptions te Parijs tot buitenlandsch lid, en door Karel III in 1759 tot eene aanzienlijke betrekking bij de posterijen benoemd. Weldra schreef hij de schets eener aardrijkskunde van Portugal, alsmede eene verhandeling over het nadeelige der ophooping van bezittingen in de doode hand (Tratado de la regalia de la amortizacion etc.).
De geestelijkheid kwam hiertegen op, en Campomanes schreef hiertegen zijn „Indicio imperial”. In zjjn „Discurso sobre el fomento de la industria popular (1774)” leverde hij het eerste degelijke Spaansche werk over staathuishoudkunde, terwijl hij in zijn „Discusso sobre la educacion popular de los artesanos y su fomento (1775 —1777, 6 dln)” het vooroordeel bestreed tegen het bedrijf der handwerkslieden. Hij was de bewerker van de vrij-verklaring van den Amerikaanschen handel, ook in andere havens dan die van Cadix, van den vrijen invoer van sommige grondstoffen, van het stichten van eene nationale bank en van staathuishoudkundige vereenigingen enz. Door zijn aanhoudend onderzoek verkreeg hij eene naauwkeurige kennis van de oudste wetten der Spaansche monarchie en van de chronologie der Gothische koningen, waarover hij belangrijke opstellen schreef. Daarna vestigde hij zijne aandacht op liet onderwijs en bevond zich aan het hoofd van onderscheidene letterkundige instellingen.
In 1762 werd hij fiscaal van den Hoogen Raad van Castilië, in 1768 Camerista of lid van 's Konings geheimen raad, in 1783 voorzitter van dien raad, en in 1791 staatsraad. De door hem voorgestelde maatregelen verheffen hem tot een weldoener van zijn vaderland. Hij onderwierp de talrijke zigeuners en landloopers aan een gestreng toezigt der policie, bragt den hoog opgedreven prijs der levensmiddelen te Madrid en vooral in Estremadura tot vermindering, en droeg veel bij tot opbeuring van den landbouw, zoodat men hem als den ontginner der Siërra Morena mag beschouwen. Desgelijks wijdde hij zijne zorg aan de armenverpleging, aan de inrigting der hospitalen, aan het belastingstelsel, aan de posterij, aan het hooger onderwijs en aan de regtsbedeeling, en ontving in 1780 van den Koning den titel de Castilla. Eindelijk echter werd hij door zijne tegenstanders, bepaaldelijk door den graaf van Florida Blanca, van zijn invloed beroofd, zoodat hij zich van het Hof verwijderde en nog een 11-tal jaren aan zijne vrienden, zijn huisgezin en de letterkunde kon wijden, waarna hij den 3den Februarij 1802 overleed. Zijne belangrijke geschriften over geschied-, oudheid- en staatkunde zijn zeldzaam, daar Campomanes er slechts een 40-tal exemplaren van liet drukken.