Californië is de naam van een uitgestrekt gebied, aan de westzijde van Noord-Amerika gelegen en zich uitstrekkende langs de kust van den Grooten Oceaan van kaap San Lucas (22°52'8"N.B.) tot aan kaap Oxford (42°N.B.).
Men verdeelt het in Oud- of Laag- Californië, hetwelk tot Mexico behoort en hoofdzakelijk eene landtong bevat, die ter lengte van omstreeks 180 en ter breedte van 5 tot 20 geogr. mijlen van San Lucas (ten zuiden) tot aan den mond der Colorado in de Golf van Californië (32° 39’) voortloopt, en eene uitgebreidheid heeft van ongeveer 1900 geogr. mijl, waarbij men nagenoeg 900 mijl vast land kan voegen. De kern der landtong is eene bergketen, die in het zuiden met vele kapen steil uit de zee oprijst en zich in den Cerro de la Giganta bij Loreto ter hoogte van 1800 Ned. el verheft, terwijl zij ook een vulkaan draagt (de las Virgines), die in 1746 nog werkzaam was. Die bergstreek is woest en kaal, en ook vele gewesten der vlakte brengen weinig anders voort dan cactus-planten.
Vruchtbare streken vindt men er alleen bij de kust en in sommige mild-besproeide dalen, doch aldaar is de plantengroei dan ook verbazend weelderig. Daar ziet men maïs, tarwe en de meeste Mexicaansche en Europésche boom- en tuinvruchten, die door zendelingen van de orde der Jezuïeten derwaarts zijn gebragt. Op sommige plaatsen verbouwt men met goed gevolg koffij, katoen, suiker en uitmuntende druiven. Het klimaat is er gezond en zeer droog, maar in den zomer verbazend warm. Het regent er gewoonlijk alleen in Julij en Augustus, slechts zelden in September en October.
In de woeste bergstreek vindt men er het pecari (eene soort van wild zwijn), den grijzen beer en den jaguar, alsook het wilde bergschaap, waarvan het vleesch en de wol zeer goed zijn. De Europésche huisdieren gedijen er naar wensch, en er is overvloed van visch, terwijl men er niet vruchteloos zoekt naar koraal, parels en sponzen. De grootste rijkdom des lands is er echter gelegen in de kostbare delfstoffen van zijn bodem, in goud, zilver, kwik, koper, lood, zout enz.
Het aantal inwoners wordt geschat op 12000, bijna alle Indianen van verschillende stammen. De zetel van de regéring en die van den bisschop is La Paz in het zuidelijk gedeelte van het schiereiland en voorzien van eene fraaije haven; het aantal inwoners wordt op 5000 (door anderen op 10000) begroot. Andere belangrijke zeesteden zijn er Loreto aan de Golf van Californië, en Santa Magdalena aan de evenzoo genoemde baai.
Het noordelijke gedeelte van Californië, Opper- of Nieuw-Californië genaamd, werd in 1848 door Mexico aan de Vereenigde Staten afgestaan en vormde sedert dien tijd een territorium, hetwelk in 1850 als een zelfstandige Staat opgenomen werd in de Unie. Het heeft eene oppervlakte van 8888 geogr. mijlen en volgens de telling van 1870 ruim 560000 inwoners, waaronder zich ongeveer 40000 Chinézen, 4000 Negers en 14000 gevestigde Indianen bevinden. De Staat ligt tusschen 32° 45' en 42° N. B. en grenst ten noorden aan Oregon, ten Oosten aan Nevada en Arizona, ten zuiden aan Laag- Californië en ten westen aan de Stille Zee.
Twee belangrijke bergketens strekken er zich uit, namelijk de Zee-Alpen (Coast Range), die eene zuidelijke voortzetting zijn van het Cascade-gebergte, en het Sneeuwgebergte (Sièrra Nevada), dat nabij de noordelijke grenzen door eene dwarsketen (den Shasta-berg, zoo hoog als de Zwitsersche Montblanc) verbonden is. De Zee-Alpen verheffen zich in den St. John’s- berg ter hoogte van 2600 Ned. el, en de hoogte van den San-Bernardino-berg der Sièrra Nevada schat men op 5600 Ned. el.
De Zee-Alpen zijn van bevallige dwarsdalen doorsneden, en tusschen de twee genoemden bergketens ligt een bekken ter lengte van 120 en ter breedte van 10 tot 12 geogr. mijl, hetwelk door de Sacramento, van het noorden, en door de San Joaquin, van het zuiden komende, wordt besproeid. Beide storten zich uit in de baai van San- Francisco. De Sacramento is van zijn mond af tot op een afstand van 20 geogr. mijl voor de grootste stoombooten en tot nog 40 geogr. mijl verder voor kleine schepen bevaarbaar. Na deze rivieren zijn de Salinas, zich uitstortende bij Monterey, en de Klamath, op het Cascade-gebergte bij Oregon ontspringende, de voornaamste rivieren. Meren worden er nagenoeg niet gevonden: het Tulare-meer is wel is waar in den regentijd wel eens 20 geogr. mijl lang, maar zóó ondiep, dat het veeleer een plas, dan een meer mag genoemd worden.
Het klimaat der kustlanden is er zeer gelijkmatig; tusschen 35 en 40° N. B. bemerkt men naauwelijks eenig verschil tusschen den warmtegraad van den zomer- en wintertijd. Te San Francisco rijst de thermometer niet dikwijls boven 25° C. en daalt er zelden beneden 5° C. De nachten zijn er steeds koel en de dagen zacht, en gedurende 9 maanden des jaars valt er nagenoeg geen regen, In de rivierdalen van het binnenland, waar de weldadige invloed der verkoelende zeewinden ontbreekt, is het verschil tusschen de uitersten van den warmtegraad echter veel grooter. Met dit heerlijken gezond klimaat is de weelderige plantengroei in volkomene overeenstemming.
De hoogten zijn er bedekt met prachtige eikenwouden, voorts met roode ceders, platanen, cypressen, kastanje- en laurierboomen, beuken en vele agave-soorten. Onder de reuzen des wouds bekleedt er de Wellingtonia of Washingtonia gigantea de eerste plaats. In het zuiden groeijen er palm-, olijf-, katoen- en oranjeboomen, en de wijnstok tiert er bij uitnemendheid. Nog nooit heeft ergens de wijnbouw in zoo korten tijd zulk eene vlugt genomen; in 1855 bedroeg het aantal wijnstokken aldaar nog geen millioen, in 1862 reeds 10½ millioen en in 1868 in het graafschap Angelos alleen bijna 4 millioen, die ruim 1 millioen gallons wijn opleverden, terwijl de geheele wijnbouw des lands in dat jaar eene opbrengst verschafte van ruim 2½ millioen gallons.
Is de opbrengst der edele metalen er ook afgenomen, de landbouw en veeteelt hebben er zich te meer uitgebreid. In 1866 telde men er ruim 100000 paarden, ruim 21000 muilezels en muildieren, ruim 436000 runderen, l 1/3 millioen schapen, 332000 zwijnen enz. In de wouden van het binnenland vindt men er den reusachtigen grijzen beer, den panter, het hert en vele reeën hazen en vossen, terwijl de meren er bevolkt zijn met een overvloed van visch, vooral met forellen van ongemeenen omvang.
De gezamenlijke waarde der eigendommen werd er geschat op bijna 200 millioen dollars, en de inkomsten des lands zijn grooter dan de uitgaven. In de scholen wordt er sedert 1867 kosteloos onderwijs gegeven, en behalve een groot aantal lagere scholen heeft men 8 grammar-schools en 3 colleges (scholen van hooger onderwijs) te San Francisco, eene grammar- school en eene hoogeschool te Sacramento, eene universiteit en eene hoogeschool voor meisjes te Oakland, alsmede eene universiteit en eene hoogeschool te Santa Clara.
Californië heeft sedert geruimen tijd eene aanzienlijke hoeveelheid goud opgeleverd. Reeds aan voormalige zendelingen en aan het Spaansch gouvernement was de aanwezigheid van goud bekend, maar om verschillende redenen maakte men daarvan een geheim. Ook werd in 1829 die rijkdom vermoed door professor A. Ermann uit Berlijn, die deze gewesten bezocht, maar hij kwam eerst later door eene toevallige omstandigheid aan het licht.
In Februarij 1848 wilde kapitein Lutter, die, uit Basel geboortig, zich in Californië gevestigd had, eene waterleiding aan eene zij-rivier van de Sacramento verbreeden. Hiertoe deed hij het water er doorheen stroomen, zoodat het slib weggespoeld werd, en nu kwam het goud in glinsterende stukken voor den dag. Binnen korten tijd verzamelde hij daarvan voor eene waarde van 225 dollars. De gelukkige ontdekker kon de zaak niet geheim houden, en weldra vloeiden de goudzoekers niet alleen uit dien omtrek, maar uit alle oorden der wereld derwaarts. De ongeregelde wijze, waarop aanvankelijk de bodem werd omgewoeld, maakte weldra plaats voor een regelmatig onderzoek. Het vinden van stukken goud van eenig belang werd echter spoedig eene zeldzaamheid, zoodat men zich tot de goudwasscherij en vervolgens bijna uitsluitend tot het delven van goud- aders-bevattend kwarts bepaalde.
Men heeft berekend, dat de opbrengst in goud gedurende 12 jaren (1849—1861) eene waarde beliep van ruim 551½ millioen dollars. Zij is van 57 millioen in 1857 tot 30 millioen in 1870 gedaald. Men heeft er voorts platina, zilver, nikkel, koper en kwik, doch alleen dit laatste schijnt er, behalve het goud, de aandacht waardig te wezen. De kwikzilvermijn Nieuw-Almaden levert gemiddeld iedere maand 118000 Ned. pond.
Behalve de mijnen, die ongeveer de helft der bevolking bezig houden, is er de houthandel een belangrijke tak van nijverheid; er bestaat een groot aantal zaagmolens, die in de behoefte aan planken voorzien. Voorts heeft men er ijzergieterijen, looijerjjen, brande- wijnstokerijen, zeepziederijen, papier- en suikerfabrieken. De handel, die nagenoeg uitsluitend te San Francisco zijn zetel heeft, wordt er ongemeen bevorderd door het bestaan van een geregeld stoombootverkeer en door den aanleg van spoorwegen.
In 1863 werd de lijn geopend van San Francisco naar San José, het middelpunt van het spoorwegnet in Californië. Vandaar gaan takken zuidwaarts naar Monterey, noordwaarts naar Oakland en San Antonio, en noordwestelijk naar San Sacramento, om zich aan den Central-Pacific-spoorweg aan te sluiten, die den 10den Junij 1869 geopend is en de Stille Zee met den Atlantischen Oceaan verbindt. Bij Falsena ten oosten van Sacramento verdeelt zich de spoorweg in twee takken, van welke de eene naar Placerville in Eldorado loopt, en de andere noordwaarts naar Lincoln, om er zich aan den Yuba- spoorweg naar Marysville aan te sluiten en hier in de Noord-California-baan over te gaan, die zich naar de grenzen van Oregon zal uitstrekken, maar in 1871 nog niet voltooid was.
Behalve de stoombootlijn, die San Francisco met de Amerikaansche havens der Stille Zee verbindt, heeft men er ééne over Jokohama (Japan) naar Honkong in China en over Auckland in Nieuw-Zeeland naar Sydney en Melbourne. San Francisco heeft reeds eene bevolking van 170000 zielen; zij bezat in het midden van 1869 meer dan 800 eigen schepen, waaronder zich 108 stoombooten bevinden, en het aantal schepen, dat jaarlijks hare haven bezoekt en verlaat, overschrijdt het cijfer van 2000. De geheele Staat is in 44 counties verdeeld en bezit eene zeer vrijzinnige constitutie. Hij wordt op het Congres te Washington vertegenwoordigd door 2 Senatoren en 3 afgevaardigden.
De geschiedenis van Californië valt tot vóór weinige jaren te zamen met die van Nieuw- Spanje. Eene expeditie, door Cortez uitgezonden, bereikte in 1533 Laag-Californië, terwijl de oostelijke en westelijke kusten des lands 6 jaar later door Fernando de Ulloa werden bezocht. In 1542 ontdekte Cabrillo de haven van Monterey, in 1602 werd het geheele gewest voor Spanje plegtig in bezit genomen, en in 1642 trok de eerste volkplanting derwaarts. Deze stond onder de leiding der Jezuïeten totdat, na de verdrijving van laatstgenoemden (1767), de Franciscanen hunne plaats innamen.
In 1768 werden er ook uit Mexico volkplantingen gesticht, die weldra een aanmerkelijken trap van bloei bereikten. Daarenboven had men er eenige forten (presidios), onder wier beveiliging inwoners van Spanje er zich vestigden. In 1823 werd Californië eene provincie der Mexicaansche republiek en van wege deze door een gouverneur bestuurd. De zendelingen wilden hem echter niet erkennen en verlieten het land, waarna de regéring van Mexico van hare zijde het stelsel van zendelingen in toepassing zocht te brengen. Het werd evenwel opgeheven door den invloed der volkspartij (1833), en nu deed men pogingen, om een groot aantal landverhuizers derwaarts te lokken.
Naauwelijks waren dezen er aangekomen, toen het volk de zendelingen, door Santa Anna naar Californië afgevaardigd, verdreef, waardoor de grondslag gelegd werd voor de vijandschap, die later heerschte tus- schen Californië en het Mexicaansch bewind. In 1836 ontstond er een oproer, ’t welk door de vrijverklaring van Californië werd achtervolgd, en de magtelooze regéring van Mexico bevestigde Alvarado, het hoofd van den opstand, in de betrekking van gouverneur. Deze maakte zich evenwel gehaat door zijne dwingelandij en moest weldra bijstand verzoeken aan Mexico. Santa Anna zond in 1842 den generaal Michel Torena derwaarts, om de teugels van het bewind in handen te nemen, doch de inwoners van Californië waren weldra even afkeerig van dezen als van zijn voorganger, zoodat zij hem in 1846 verdreven en één hunner, don José Castro, tot commandant verkozen. Bij het uitbarsten van den oorlog tus- schen de Vereenigde Staten en Mexico was de aandacht der eersten al spoedig op Californië gevestigd, en door toedoen van de Amerikaansche partij, vooral door kapitein Lutter geleid, werd Nieuw-Californië bij het vredesverdrag van 2 Februarij 1848 aan de Vereenigde Staten toegevoegd, terwijl Oud-Californië aan Mexico verbleef.
In de eerste jaren der gouddelving was Californië het tooneel van velerlei woeste hartstogten, door het schuim der Europésche fortuinzoekers aldaar opgewekt. Doch reeds in 1855 vereenigden zich de beste burgers van San-Francisco, om aldaar de orde te handhaven, hetgeen hun bij uitnemendheid gelukte. Thans heerscht er althans niet minder kalmte dan in andere Staten der Unie, en de belangrijke hulpbronnen des lands verdienen — gelijk onlangs door Dr. H. Hartogh Heys van Zouteveen in eene brochure is aangewezen — in ruime mate de belangstelling der landverhuizers.