Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Broecke

betekenis & definitie

Broecke (Pieter van den), een Nederlandsch vlootvoogd, werd geboren te Antwer­pen in 1575, deed eenige handelsreizen naar de kust van Afrika, en vertrok in 1613 met het schipNassau” als raad van den gouverneur-generaal van Indië naar de Roode zee, waar hij te Aden de grondslagen legde voor een uitgebreiden handel. Vandaar begaf hij zich naar Bantam, en werd door Jan Pieterz. Koen naar de Molukken gezonden. Nadat hij er zich bij verschillende gelegen­heden dapper gedragen had, keerde hij naar de Roode zee terug, veroverde op de hoogte van Colombo een Portugeesch schip, met ka­neel geladen, en werd door den Bassa te Mokka luisterrijk onthaald.

Op den terug­keer van Bantam vestigde hij een handels­kantoor te Surate, veroverde wederom een Portugeesch schip en ontving het bevel over de schepen “Middelburg” en “Duif”, welke hij echter beide verloor met behoud van al het volk en het grootste gedeelte der lading. Daar hij zich nabij Surate bevond en geene scheeps­gelegenheid kon bekomen, trok hij met 103 Nederlanders en 29 Indianen dwars door Hindostan naar Mazulipatnam, waar hij na ver­loop van bijna 2 maanden en na herhaalde gevechten aankwam. Van hier begaf hij zich wederom naar Bantam (1618), hetwelk door de Bantammers en Engelschen werd aange­vallen. Hier rigtte hij een gebouw in tot een fort, en schoon er eene Engelsche vloot van 11 schepen verscheen en de onzen niet sterk genoeg waren om den vijand te verjagen, deed van den Broecke herhaalde uitvallen. Zjjn fort was weldra te lande door de Javanen en ter zee door eene vloot van 18 schepen belegerd, zoodat hij genoodzaakt was, met eerstgenoemden te onderhandelen. Dit ge­schiedde op goede voorwaarden, maar toen hij zich met den geneesheer de Haan, 5 sol­daten en 1 jongen naar den Koning begaf, om een geschenk over te brengen, werd hij op eene verraderlijke wijze gevangen genomen. Nu werd hij met een strop om den hals voort­gesleept en ontving bevel, dat hij de bezet­ting van zijn fort tot de overgave zou aan­sporen.

Hij daarentegen vermaande haar tot moed en volharding. Toch was men op het punt, om haar in handen der Engelschen over te leveren, toen een oproer onder de Javanen den staat van zaken geheel veran­derde. Van den Broecke, hoewel steeds ge­vangen, werd beter behandeld, het fort ver­sterkt en Batavia genoemd, en Koen ver­scheen met 17 schepen, om van den Broecke op te eischen, die zich weldra weder op vrije voeten bevond. Na het sluiten van den vrede met Engeland vertrok hij als bevelhebber van het schip “het Wapen van Zeeland” en als directeur der Aziatische handelskantoren naar Aden en Surate. Hier behartigde hij de be­langen van den Nederlandschen handel tot in 1626 , was er algemeen geacht bij de inlandsche vorsten en bewaarde de goede verstandhouding met de Engelschen. In 1629 zeilde hij met eene rijke lading naar Batavia en vond deze plaats belegerd door 80000 Javanen. Weldra echter werd het beleg op­gebroken, en na het overlijden van Koen heesch hij als admiraal de vlag op het schip “Utrecht” en keerde met eene rijk-beladene vloot van 9 schepen naar het Vaderland terug, waarvan hij in 1630 een achttal behouden binnenbragt. Later stevende hij weder naar Indië en hielp er in 1640 en 1641 Malakka belegeren Hij over­leed gedurende dat beleg in laatstgenoemd jaar.

< >