Bright (Ziekte van) noemt men eene korrelige ontaarding der nieren (morbus granulosus Brigthii, nephritis albuminosa, albuminuria, hydrops renalis), waarover de Engelsche geneesheer Richard Bright in de “Reports of medical cases (1827)” een hoogst belangrijk opstel geleverd heeft. Zij komt voor in acuten en chronischen vorm en onderscheidt zich vooral door eiwithoudende, bloedige urine van veranderd soortelijk gewigt, door een geringer gehalte aan zouten en pisstof en in de meeste gevallen door waterzucht in het celweefsel en de weivliezen.
Bij den acuten vorm der ziekte, meestal ontstaande door verkoudheid en vochtigheid, ontwaart men huiverigheid, waarop hitte, dorst en eene versnelde pols volgen, terwijl de urine bloedig en roodachtig-bruin van kleur is, bij stilstand roode, vlokkige draden tot bezinksel heeft, naar vleeschnat riekt en in geringe hoeveelheid geloosd wordt. Na 2 of 8 dagen wordt zij lichter van kleur, zelfs citroengeel en verliest hare bloedbolletjes, die echter met de bruine kleur gedurig terugkeeren. Het loozen der urine is niet pijnlijk en geschiedt ook niet vaker dan gewoonljjk. Tevens openbaart zich in den regel plaatselijke of algemeene waterzucht, die zeer snel toeneemt. De huid is droog en biedt weêrstand aan de drukking van den vinger, de pols koortsachtig en de tong geel beslagen.
Doorgaans vertoont zich tevens misselijkheid met neiging om te braken, alsmede benaauwdheid op de borst met hoest. Bjj aderlating wordt het ontlaste bloed met eene ontstekingskorst bedekt. De genezing kan zeer spoedig — in 2, 3 of 4 weken — plaats grijpen, bjj veel zweet en vermeerderde urine-loozing. Blijft de genezing uit, dan wordt de ziekte doodelijk door de waterzucht of de ontsteking, of zij gaat over in den
Chronischen vorm. Deze ontwikkelt zich in den regel uit den acuten vorm, maar kan zich ook zelfstandig bij voor ’t overige gezonde personen in zijn ontstekingachtig karakter openbaren. De ziekte in hare slepende gedaante onderscheidt zich door drie groepen van verschijnselen, namelijk door verandering in de urine-afscheiding, vooral in het vermeerderd eiwitgehalte en het verminderd soortelijk gewigt, door de waterzucht en haren aanhang, en door de secundaire veranderingen, die een gevolg zijn van de ontaarding der nieren. De albumineuse (eiwithoudende) urine vertoont meestal aan de oppervlakte of aan den wand van den pot een aantal belletjes, die men vermeerderen kan door er met een stroohalm of pijpesteel lucht in te blazen. Zij reageert zwak zuur en zelfs alkalisch of is geheel neutraal en gewoonlijk bleek en troebel. Bjjna nooit of alleen bij zeer sterke drukking gevoelt de lijder pijn in de nierstreek; behalve het verval der krachten en de slechte spijsvertering worden er geene ziekteverschijnselen waargenomen.
Deze toestand kan maanden aanhouden totdat zich waterzucht vertoont, die trouwens ook wel eens uitblijft, of terugkeert nadat zij reeds verdwenen was. De waterzucht neemt meestal een aan vang in het aangezigt of de voeten, maar verspreidt zich zeer snel, en men ontwaart als secundair verschijnsel eene verandering in het bloed. Het bevat minder bloedligchaampjes en meer bloedwei, en in deze laatste vindt men eene geringere hoeveelheid zouten en eiwitstof. Tevens is de wei melkachtig en bevat pisstof. Daarenboven ontwaart men nog andere verschijnselen, zooals vermindering van de werkzaamheid van de huid, belemmerde ademhaling, buikloop of braking en eindelijk hersen-aandoening, welke eene voorbode is van den dood.
Vooral zulke ongesteldheden, die den capillairen bloeds-omloop verhinderen en alzoo aanleiding geven tot ophooping van bloed in de nieren, alsmede ziekten van het hart en van de groote bloedvaten, van de longen en van de lever, roodvonk, cholera, typhus, en vooral acute huiduitslagen, alsook zwangerschap, schijnen aanleiding te geven, om de ziekte van Bright te doen ontstaan. Men kan voorbeschiktheid hebben voor deze ziekte, en hare ontwikkeling wordt bevorderd door overgroote vochtigheid van den dampkring, plotselijke afwisseling van temperatuur, overdadig gebruik van sterken drank, eene losbandige levenswijze enz.
Van de 3 personen, welke door de ziekte van Bright worden aangetast, kan slechts 1 op herstel rekenen. Zij schijnt te ontstaan door eene verandering in de zamenstellende deelen van het bloed, bepaaldelijk in de eiwitstof, welke wederom veroorzaakt wordt door eene gebrekkige assimilatie (opneming der bloedbestanddeelen in het ligchaam) of door onderdrukking van de afscheiding der huid. Bij de behandeling der ziekte zorge men zooveel mogelijk de congestie naar de nieren weg te nemen, de werkzaamheid der huid te herstellen, de afscheiding der opgehoopte vochten te bevorderen en tegen elke prikkeling der nieren op zjjne hoede te wezen. Bij den acuten vorm is eene bloedontlasting heilzaam, en de gunstige werking daarvan openbaart zich in eene vermeerderde urine-loozing en in eene vermindering van het eiwitgehalte. Voorts gebruike men laauwe baden, stoombaden, warme dranken, tartarus stibiatus, spiritus Mindereri enz., en men drage flanel.
Tot vermindering van de ontstekingachtige spanning, vooral bij den aanvang der waterzucht, komen ontlasting-bevorderende middelen te pas, terwijl men alle prikkelende spijzen en dranken moet vermijden. Tevens dient men door het gebruik van eijeren, vleesch enz. het eiwit-verlies weder aan te vullen. Ook bij den chronischen vorm worden dergelijke middelen aangewend. Door sommigen worden pisdrijvende zelfstandigheden, door anderen ijzerpraeparaten sterk aanbevolen; in het algemeen luidt het oordeel van de voornaamste geneeskundigen omtrent de behandeling dezer ziekte zeer verschillend.