Brigham Young, het opperhoofd der Mormonen (zie onder dit woord) in Noord- Amerika, werd geboren te Whitenham in den Staat Vermont den 1sten Junij 1801, hield zich bezig met den landbouw, voegde zich in 1832 bij de secte der Mormonen en werd in 1834 in het collégie der 12 Apostelen opgenomen. Als een verkondiger van zijn geloof reisde hij met goed gevolg in de oostelijke staten der Unie, alsmede in Engeland (1840), waar hij eene menigte aanhangers verkreeg, voor wie hij eene Europésche uitgave van het boek “Mormon” in gereedheid bragt, een gezangboek vervaardigde en het tijdschrift “De duizendjarige ster” uitgaf. Na den dood van Joe Smith (27 Junij 1844) kwam hij als voorzitter van het collégie der 12 Apostelen aan het hoofd der Mormonen, die hjj in 1847 van Nauvoo in Illinois naar het Zoutmeer in Utah voerde.
In 1850 werd Utah als territorium erkend en Brigham Young aldaar tot stadhouder benoemd. In 1854 werd hij herkozen, en in 1858 legde hij zijne waardigheid neder in de handen van den stadhouder Cumming, hoewel hij na den aftogt der regeringstroepen zich wist te handhaven in zijne betrekking als hoofd van een priesterstaat. In den jongsten tijd (1871) is hij door eene strengere handhaving der wetten tegen de veelwijverij in staat van beschuldiging gesteld, en zoo hij aan den kerker ontkomt, zal hij zich wel genoodzaakt zien, om voor zich en zijne geestverwanten eene andere verblijfplaats te zoeken.
