Brahma-poetra is de naam van ééne der voornaamste rivieren van Azië. Haar oorsprong en loop was geruimen tijd eene geographische verborgenheid, welke nog niet volkomen ontsluijerd is. Zij ontspringt in Tibet onder den naam van Lohit, terwijl anderen de Tsampoe in het noorden dier bergstreek voor haren bovenloop houden.
Met een sterk verval snelt zij schuimend voorwaarts tusschen steile rotsen, die door hangende bruggen verbonden zijn, en volgt eene zuidwestelijke rigting totdat zij na een loop van 8 geogr. mijlen het laagland van Assam bereikt en westwaarts verder spoedt. Waar het laagland breeder wordt, vormt zij takken, die zich later weder vereenigen. In Assam ontvangt z(j een aantal zij-rivieren, verlaat het bij Gowalpoer, en wendt zich nu zuidwest-, zuid- en oostwaarts, om het Garrow-gebergte heen kronkelend. Wat verder zendt zij een tak — de Dsjaboena — naar de Ganges en ontvangt onder 23° N. B. den naam van Megna, terwijl zij hier aan de oostzijde de Barak opneemt.
Van hier naar het zuidwesten vloeijende, krijgt zij door de Doelasséri een deel van de wateren der Dsjaboena terug en ontvangt verder door de Kyrtinassa een belangrijken toevoer uit de Ganges. Van hier bereikt zij, na een loop van 20 geogr. mijlen, de Golf van Bengalen met 3 monden, namelijk de Pfattia ten oosten, de Sjabasjpoer in het midden en de Ganges of Podda ten westen. Hare geheele lengte bedraagt 207 geogr. mijlen, en als wij de rivier uit Tibet er bij voegen, komen wij tot meer dan het dubbele bedrag. Alleen de Podda is voor de scheepvaart van belang. Deze rivier, wordt, evenals de Ganges, door de Hindoe’s voor heilig gehouden.
