Braga, Brage of Bragi, de god der dichtkunst in de Noordsche godenleer, is een zoon van Odin en Freia en de schranderste, welsprekendste en vindingrijkste der góden. Hij wordt voorgesteld in de gedaante van een oud man met een langen baard en een effen voorhoofd. Dit laatste is zijn eigenaardig kenmerk, en niet de harp (teljjn), waarmede Klopstock en anderen hem hebben gewapend.
Zijne echtgenoote Iduna is de godin der onverwelkelijke jeugd en alzoo het zinnebeeld der poëzie. Door Braga werden de gesneuvelde helden bij hunne komst in Walhalla — de zaal van Odin — begroet.
De beker van Braga of Bragarfull was bjj de oude Noordsche helden een drinkhoorn, dien de koningen vóór hunne troonsbeklimming moesten ledigen. Bjj het gezamenlijk afleggen van geloften ging deze beker rond, en ook bij offermaaltijden werd hij geledigd tot gedachtenis der gevallene helden.
Onder den naam Braga is in het laatst van 1842 een dichterljjk-critisch tijdschrift bij de firma van Paddenburg en Cie. in het licht verschenen. De namen der beide vervaardigers van den eersten jaargang (J. J. L. ten Kate en A. Winkler Prins) zjjn geruimen tijd eene verborgenheid gebleven voor het groote publiek. De tweede en laatste jaargang is van eene andere redactie, en de beide jaargangen zijn in 1863 in aangenamer formaat herdrukt en uitgegeven bij Post Uiterweer & Comp. te Utrecht.
Met Braga, den god der dichtkunst, brengt men ook in verband, dat de gewone drank der Kozakken en Tartaren dien naam draagt, dewijl de bewoners van het Noorden afkomstig zijn van de oevers van de Zwarte zee. Gemelde drank wordt door gisting verkregen uit havermeel en hop, of uit gemalen gierst en mout. Hij heeft een eenigzins zuren en verfrisschenden smaak en wordt dikwijls met paardenmelk vermengd.