Een uitstekend Fransch wis- en natuurkundige, werd geboren te Croisic den 16den Februarij 1698. Hij paarde een gunstigen aanleg met stalen vlijt. Driemaal behaalde hij den prijs bij de Academie van Wetenschappen, die hem tot associé géomêtre benoemde, en in 1735 werd hij met Godin, Condamine en Jussieu naar Zuid- Amerika gezonden, om een graad van den meridiaan te meten.
Tien jaren lang vertoefde hij in de Nieuwe Wereld, waar hij met talrijke moeijelijkheden te worstelen had, en overleed te Parijs den 15den Augustus 1778. Hij heeft belangrijke ontdekkingen gedaan omtrent de uitzetting der metalen door de warmte, omtrent de straalbreking, omtrent de vermindering van de digtheid der lucht op verschillende hoogten, omtrent de afwijking van het schietlood wegens de nabijheid van bergen, omtrent eene methode, om fouten van stuurlieden bij de berekening van het bestek te verbeteren enz. Van zijne geschriften noemen wij zijne voortreffelijke “Théorie de la figure' de la terre (1749)”, “Traité du navire, de sa construction et de ses mouvements (1746)”, “Entretien sur la cause de l’inclination des orbites des planètes (1748)”, “Nouveau traité de navigation et de pilotage (1753)” en “Essai optique sur la gradation de la lumière (1729)”. Daarenboven heeft hij vele opstellen in tijdschriften geleverd.