Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Borghese (geslacht)

betekenis & definitie

Borghese (geslacht) is de naam van een Romeinsch geslacht, afkomstig uit Siéna, waar het na het midden der 15de eeuw met de hoogste waardigheden was bekleed. Het verkreeg vooral aanzien en rijkdom door Camillo Bor­ghese, die in 1605 onder den naam van Paulus V den pauselijken stoel beklom. Deze laatste benoemde zijn broeder Francesco Bor­ghese tot bevelhebber van het leger, en Mario Antonio, zijns broeders zoon, verkreeg door zijn invloed de waardigheden van vorst van Sulmona en grande van Spanje, terwijl hij Scipione Caffarelli, den zoon zijner zuster en den stichter der Villa Borghese, tot kar­dinaal verhief. Giovanni Batlista Borghese, de zoon van Marco Antonio, trad in het huwelijk met Olympia Aldobrandini en ver­kreeg hierdoor het vorstendom Rossano.

Zijne zonen verbonden zich door het huwelijk met de familiën Salviati en Colonna en verwier­ven hierdoor onmetelijke schatten. Zijn klein­zoon, desgelijks Marco Antonio genaamd, won in 1769 tegen de familie Pamfili het beruchte proces over de nalatenschap van het geslacht Aldobrandini, zoodat hem de Villa Aldobrandini op het Quirinaal en het beroemd Belvedère bij Frascati ten deel vielen. Zijn zoon en erfgenaam Camillo (zie het volgend artikel) was één van de rijkste Italiaansche vorsten van zijn tijd. Zijne be­zittingen gingen over op Francesco Borghese, vorst Aldobrandini, geboren te Rome den 9den Junij 1776 en overleden als generaal-majoor in Fransche dienst den 29sten Mei 1839. Hij was gehuwd met eene dochter van graaf Alexandre de la Rochefoucault en liet 3 zonen achter, van welke één in 1848 kor­ten tijd de betrekking heeft bekleed van minister van Oorlog in den Kerkelijken Staat.

< >