Boet-psalmen zijn zoodanige, waarin zich berouw over begane misdrijven en een vurig verlangen naar verzoening met God openbaren. Hiertoe behooren de Psalmen 6, 32, 38, 51, 102, 130 en 143, en gedeeltelijk ook 30, 70, 88 en 116.
Zij worden op boetedagen vooral in de R. K. kerken gezongen, en sommige daarvan (Miserere, De profundis) zijn door de grootste componisten op eene voortreffelijke wijze op muziek gezet.