een Duitsch schrijver, werd geboren den 2den Augustus 1776 te Gehren in het vorstendom Schwarzburg-Sondershausen, studeerde te Jena eerst in de theologie en vervolgens in de wiskunde, en nam in 1798 dienst bij de Pruissische artillerie. In 1802 werd hij officier, en kwam bij de overgave van Hameln in Fransche krijgsgevangenschap, waarna hij op zijn eerewoord op vrije voeten werd gesteld. In 1809 werd hij kapitein en streed in Oostenrijk, Spanje en Rusland; door de Russen gevangen genomen, zag hij zich in 1813 in vrijheid gesteld, waarna hij in 1814 en 1815 als luitenant-kolonel tegen Napoleon I strijd voerde.
In 1816 werd hij gouverneur van den erfprins van Schwarzburg-Sondershausen, in den adelstand opgenomen en tot landraad benoemd. Hij overleed den 14den Junij 1860. Hij heeft onderscheidene werken uitgegeven in proza en in poëzie, zooals “Gedichte (Erfurt 1815, Sondershausen 1822)” — “Gott, Natur und Freiheit,” enz.