Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Bloemenhandel.

betekenis & definitie

Deze is in de jaren 1636 en 1637 in ons Vaderland, bepaaldelijk in Hol­land, zeer sterk gedreven en ontaardde in een verderfelijken windhandel, daar men bloembol­len, die men niet bezat, tegen een bepaalden tijd voor fabelachtige prijzen verkocht. Een enkele tulp werd gegund voor 13000 gulden; — men verhaalt, dat iemand te Amsterdam in 4 maanden tijds 60000 gulden met dien handel won, en dat in ééne Hollandsche stad voor 10 millioen gulden aan bloemen werd omge­zet. Dat kon natuurlijk geen stand houden, en bij de spoedige daling der prijzen werden vele speculanten geruïneerd.

De handel in bloemen is intusschen in ons Va­derland, o.a. te Haarlem, nog altijd van veel be­lang, en men vindt zeldzame gewassen op de lijs­ten der Haarlemsche bloemisten tegen hooge prijzen vermeld. Veel moeite besteedt men er o.a. aan den verbouw van hyacinthen; de bollen van deze blijven er bij voortduring een be­langrijk handelsartikel.

< >