Een zwavelmetaal uit de orde der blenden, is in zuiveren toestand eene verbinding van 33% zwavel en 67% zink; doorgaans echter vindt men het vermengd met zwavelijzer, zwavelkoper en zwavelkadmium.
Het kristalliseert regelmatig, vooral in granatoëders en teerlingen, verbonden met den octaëder en vormt dikwijls tweelingskristallen. Blende is broos en hare hardheid ligt tusschen die van kalk en vloeispaat, terwijl haar soortelijk gewigt 4 bedraagt. Zij is doorschijnend tot doorzigtigheid toe en draagt allerlei kleuren. Voor de blaasbuis springt zij knetterend uit elkaar, smelt alleen aan de dunne uiteinden en geeft op de kool het eigenaardig zinkbeslag. Zij lost op in zoutzuur onder ontwikkeling van zwavelwaterstofgas. Zij kan bladerig, bruin, zwart en vezelachtig wezen. Zelden is zij ergens in groote hoeveelheid voorhanden, maar men vindt haar doorgaans als begeleidster van lood-, zilver- en kopererts.