Beelaerts van Blokland (Gerard), een Nederlandsch regtsgeleerde en minister, werd geboren te Dordrecht op den 6den Julij 1772. Hij studeerde te Utrecht en promoveerde er in de regten in 1794.
In 1802 ging hij als procureur-generaal naar de Kaap de Goede Hoop en werd er, nadat deze kolonie door de Engelschen in bezit was genomen (1806), secretaris van den Raad van Justitie, terwijl hij vervolgens voor het Engelsche gouvernement als lid van onderscheidene commissiën werkzaam was. In 1817 keerde hij naar het Vaderland terug, vestigde zich als advocaat te ’s Hage, werd in den adelstand verheven en zag zich in 1819 benoemd tot regter te Rotterdam. In 1823 werd hij lid van het collegie der Ridderschap van Holland en in datzelfde jaar gekozen tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Gedurig werd hij herkozen en hij onderscheidde zich in die betrekking zoowel door eene grondige kennis van de staathuishoudkunde en van het regt als door zijne verdediging van den vrijen handel.
In 1829 werd hij secretaris en in 1839 lid van den Raad van State. Na het overlijden van Tets van Goudriaan aanvaardde hij aarzelend de portefeuille van Financiën en trad af toen in 1839 de wet op de Middelen door de Tweede Kamer verworpen werd. Hij ontving bij die gelegenheid eene benoeming tot minister van Staat, terwijl hij weder zitting nam in den Raad van State. Hij was eerst ridder, daarna commandeur der orde van den Nederlandschen leeuw, voorts lid van onderscheidene geleerde genootschappen, en overleed op den 25sten Februarij 1844.