Bedsjapoer, eene stad in het Britsch-Indische presidentschap Bombay en in de provincie Sattara, wordt het “Palmyra van Dekan” genaamd en was te voren de hoofdstad van een bloeijend Mohammedaansch rijk, dat door Yoessoef (♰1510) gesticht en door Aurung-Zeb in 1686 veroverd en in het rijk van den Groot-Mogol ingelijfd is.
Thans is zij vervallen, maar hare prachtige ruïnen getuigen van hare voormalige grootheid. Men ziet er de hooge ringmuren, boven welke zich de koepels en minarets der moskeeën verheffen. Er zijn overblijfselen van een groot kasteel, door eene diepe gracht en een dubbelen wal omgeven. De groote moskee onderscheidt zich door een fraaijen bouwstijl, en men vindt er indrukwekkende praalgraven uit vroegeren tijd. Binnen de muren ligt het oude, hechte slot, omringd door een wal met 109 torens, eene gracht, een gedekten gang en eene citadel. De gracht is 6 Ned. el diep en gemiddeld 15 Ned. el breed; de omtrek der contre-escarpe heeft eene lengte van ongeveer 3 uren gaans en is bijna cirkelvormig. Dáárbinnen vindt men een der prachtigste bouwkunstige monumenten van Indië, namelijk het mausoléum van sultan Mahmoed-Sjach.
Het draagt den naam van “Boerra Gamboes (Groote dom)’’ en is van binnen 50 Ned. el in het vierkant en tot aan den koepel, die eene doorsnede heeft van 42 Ned. el, 50 Ned. el hoog. Op elken hoek verheft zich een achthoekige toren, met een koepel gedekt. Het geheel rust op een graniet-plateau, dat 200 Ned. el in ’t vierkant heeft. In het midden van dat gebouw rusten op aarde, uit Mekka gehaald, de doodkisten van Mahmoed en van zijne kinderen, en de wanden zijn met gouden letters op een blaauwen grond beschreven. In de citadel vindt men een ouden tempel, welke op dien van Ellora gelijkt.
Ten westen van het fort strekken de puinhoopen der stad zich uit, en deze vermelden ons, dat zij met hare talrijke moskeeën, paleizen, baden enz. eene der grootste van Indië is geweest. Eene enkele wijk heeft er een omvang van 3 uren gaans en men schat er het aantal woningen op 100.000. Indrukwekkend is er ook het mausoléum van Ibrahim Adil-Sjach II. Het is 130 Ned. el lang en 52 Ned. el breed; het heeft tot ingang eene fraaije poort met 4 sierlijke minarets, en daarachter verheft zich op het gebouw zelf, op zuilengangen rustende, een peervormige dom met eene middellijn van bijna 12 Ned. el. Ook heeft men te Bedsjapoer een groot kanon, dat 300 jaar oud is en de “Koning der vlakte” genaamd wordt. Het is 5 Ned. el lang en weegt 800 tolcentenaars.