Een Duitsch blijspeldichter , werd geboren te Weenen in 1804, studeerde aldaar in de regten en bekleedde vervolgens eenige ondergeschikte betrekkingen. Hij heeft een paar verzamelingen van blijspelen uitgegeven (Weenen, 1833, en Mannheim, 1836—1837 , 2 dln), van welke sommige ongemeenen bijval hebben verworven.
Ook later zijn daarop vele andere gevolgd. Bauernfeld is, wat den vorm betreft, bij de Fransche comedie- en vaudeville-dich- ters ter school geweest. Wél zijn zijne hoofdilguren eenigzins eentoonig, en men kan ook niet zeggen, dat de intrigue zich steeds door eene verrassende vindingrijkheid onderscheidt; maar hij is een meester in het schrijven van levendige en boeijende gesprekken , van woordspelingen en geestige zetten. De expositie zijner stukken is in den regel onberispelijk, de groepéring meesterlijk, terwijl de moraal, die er in verkondigd wordt, daaraan een degelijk Duitsch karakter geeft. Hij heeft in 1852 te Leipzig ook een bundel gedichten in het licht doen verschijnen, met
Schumacher en anderen de gedichten van Shakspere vertaald, en ook eenige kleine geschriften in proza geleverd.