Barbier (Henri Auguste), de voornaamste Fransche hekeldichter onzer eeuw, werd geboren te Parijs op den 28sten April 1805, waar hij nog altijd ambteloos en onafhankelijk gevestigd is. Meer dan eenig ander dichter is hij een zoon der Julij-omwenteling. Zijn eerste stuk, in de Revue de Paris gedrukt, was “La curée”, waarin hij de eer en de hebzucht van lafhartige vleijers geeselt.
Daarop volgde “L’idole”, waarin hij zijn toorn openbaart jegens de afgodische vereerders van Napoleon I, — daarna “La popularité”, waarin hij het gedrag doorhaalt van hen, die met verkrachting van eer en rechtvaardigheid om de volksgunst bedelen, enz. Die hekeldichten, onder den naam van “Jambes” vereenigd, getuigen van zedelijk gevoel en van onverbloemden afkeer van al wat laag is en gemeen. De verzen zelve zijn treffend en onberispelijk, maar de voorstellingen van den dichter niet altijd van overdrijving vrij te pleiten. Voorts gaf hij in het licht: “II pianto”, klagten bevattende over den vernederenden toestand van het Italiaansche volk, en “Lazare”, eene sombere voorstelling van het Engelsche volk. Eene verzameling van zijne “Satires et poêmes” is verschenen in 1837 en gevolgd door “Nouvelles satires (1840)” en door “Chants politiques et religieux (1840)”.