Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Barbiano

betekenis & definitie

Barbiano (Jan Jacob, graaf van), Belgiojoso, Cuneo en Lugo, geboren in het jaar 1565, was een zoon van Ludovicus van Barbiano, commandant van Navarre. Reeds op zijn 15de jaar trad hij in Spaansche dienst en in 1588 was hij vrijwilliger onder den hertog van Parma in de Nederlanden.

Hij vergezelde dezen naar Frankrijk en was in 1592 kapitein eener compagnie van het Italiaansche regiment van Spinola in de Neder­landen. Hij gaf bij de verovering van Kame­rijk (1594) en elders blijken van groote dapperheid, desgelijks in den slag bij Nieuw-

poort, van welke stad hij commandant was, en hij ontzette met den graaf van den Bergh het belegerde ’s Hertogenbosch.

In 1603 nam hij, op last van keizer Rudolf II, deel aan de oorlogen in Hongarije en verdrukte er de Protestanten en den adel. Hij verloor de vesting Kasjan, die aan zijne bewaking was toevertrouwd en had zich moeten overgeven, ware hij niet door Gregorius Basta ontzet. Nu begaf hij zich naar Praag, waar de Keizer zich ophield, en ge­raakte er in onmin met den veldmaarschalk Rusworm, ’t welk zoo hoog liep, dat deze den broeder van Barliano doorstak. Hierover was deze zóó gebelgd, dat hij niet rustte voordat Rusworm ter dood veroordeeld was. Tevens verzocht hij zijn ontslag en diende in de Nederlanden den Koning van Spanje, die hem het gezag opdroeg over de landen tusschen de Maas en de Sambre. Meestal ver­toefde hij te Luik, waar hij huwde en in 1620 overleed zonder kinderen achter te laten.

< >