Aubry de Montdidier, een Fransch ridder, kwam door sluipmoord om het leven tijdens de regering van koning Karel V (1371). Merkwaardig is het, dat zijn hond die bij den moord tegenwoordig was geweest, na dien tijd geweldig gebeten was op zekeren Robert Macaire. Het vermoeden, dat deze zich aan het verborgen wanbedrijf had schuldig gemaakt, werd daardoor bevestigd, zoodat de Koning de beslissing van het Godsoordeel inriep.
Robert Macaire namelijk, met een knuppel gewapend, zou op leven en dood strijden tegen den hond. Het zonderlinge tweegevecht begon, — het woedende dier overwon en verscheurde zijn tegenstander, en deze beleed stervend zijne misdaad. “De hond van Aubry of het bosch bij Bondy” is een drama, dat later door een smakeloos publiek op het tooneel werd toegejuicht, maar dat Göthe aanleiding gaf, om zijn opzigt over den schouwburg te Weimar te laten varen.
