Deze naam is die van een magtig vorstenhuis in het rijk der Parthers. De stichter daarvan is Arsaces I (250 vóór Chr.). De Arsaciden van dezen stam hadden aanvankelijk hunnen zetel te Hecatompylus en later te Ctesiphon en Ecbatana. Zij waren niet afkeerig van de Grieksche zeden en hebben zich onderscheiden door hunne langdurige en roemrijke worsteling tegen de Romeinen. De overleveringen omtrent de vorsten van dat huis loopen zeer uiteen: voorzeker verdienen die der Romeinsche en Grieksche geschiedschrijvers het meeste vertrouwen.
In de tweede plaats dragen de afstammelingen van een Arménisch vorstenhuis desgelijks den naam van Arsaciden. De stamvader van dat huis was, volgens Moses van Chorene, Waghar-sjach of Valarsaces, die door zijn broeder Arsjach, koning der Parthers (waarschijnlijk Arsaces Artabanus) op den Arménischen troon werd geplaatst. Zijne nakomelingen regeerden er tot het jaar 450 na Chr. Volgens de Grieksche en Romeinsche geschiedschrijvers namen de heerschers van de Arménische lijn der Arsaciden eerst een aanvang met Arsaces I, die door Artalanus (35 na Chr.) aan de Arméniërs werd opgedrongen.
