Antiquarius was bij de Romeinen een geleerde, die zich gaarne van verouderde uitdrukkingen bediende, en in de middeleeuwen een afschrijver van boeken; nog later gaf men dien naam aan den verzamelaar van oudheden, en in onzen tijd spreekt men van een antiquarischen boekhandel, waarin zoodanige werken voorkomen, die reeds lang uitverkocht of althans als nieuw niet meer te verkrijgen zijn.
Intusschen zijn er ook veelal nieuwe werken tegen verminderde prijzen in voorraad, en een handel in oude gegraveerde platen en in handschriften is er doorgaans mede verbonden. Eigenaars van zulk een antiquarischen boekhandel verspreiden catalogussen van ’t geen bij hen aanwezig is, met de opgave der prijzen en doorgaans met eene beschrijving der merkwaardigste boeken. Voorname antiquarische boekerijen vindt men in ons land bij F. Muller te Amsterdam en bij Nijhof te ‘s Hage; voorts buiten ’s lands bij T. O. Weigel en bij F. A. Brockhaus te Leipzig, bij Weber te Berlijn, bij Schmidt te Halle, bij Techener en bij Aubry te Parijs, en vooral bij Bohn te Londen.