Alpenviooltje (cyclamen T.) is een geslacht van de familie der primulaceën. Het heeft een vijftandigen kelk, en eene korte bloembuis met vijf omgeslagen slippen en puntige helmknopjes. De naam is niet zeer gepast, want deze plant is geen viooltje en groeit niet op de Alpen, maar slechts aan den voet der Vóór-Alpen. De soorten zijn verspreid in het zuiden van Europa, in het oosten, en in het noorden van Afrika. Cyclamen hederaefolium Ait. groeit in Zwitserland, c. africanum Boiss. Reut. in Algiers.
Dit laatste heeft lichtroode bloemen met donkere vlekken, bloeit vroeg in het voorjaar, en wordt ook wel c. macrophyllum genoemd (fig. 1 vor. bl. op 1/2 der natuurlijke grootte). C. europaeum L., dat in een groot gedeelte van Zuid-Europa gevonden wordt, heeft prachtige blaauwe bloemen en donker groene, met lichte plekken versierde bladeren. Wij zien deze plant in fig. 2 (vor. bl.) op 1/2 der natuurlijke grootte — voorts in fig. 1 a. eene bloem, waarvan een paar slippen zijn weggenomen, in b. de helmknopjes met den stamper, in c. een helmknopje van binnen, en in d. een stamper.
Het Alpen-viooltje is algemeen gezocht en dus bij de bloemkweekers zeer gezien. Men vermenigvuldigt het door zaad en ook door bladeren met een klein stukje van de knol er af te snijden en als stekken te planten.