Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Allahabad

betekenis & definitie

Allahabad is de hoofdstad van het Engelsch-Indisch district van dien naam, met bijna 11/2 millioen zielen bevolkt. Het district behoort tot de noordwestelijke en ligt op eene landtong, gevormd door de vereeniging van de Ganges en de Dzjoemna. De stad is met hare naauwe straten ver van fraai. Tot de merkwaardige gebouwen behooren er de citadel met een arsenaal, dat wapens bevat voor 30.000 man en veel geschut, — voorts de serail van Khosroe, een zoon van Dsjangir, een vierhoekig gebouw, voor de kostelooze opname van reizigers bestemd, eene groote moskee bij de Dzjoemna, een onderaardsche Hindoe-tempel onder de citadel enz.

De stad is de zetel van een Britsch Provinciaal bestuur en telt, buiten het garnizoen, ongeveer 80.000 inwoners. Een spoorweg overschrijdt hier de Dzjoemna, en de stoombootvaart op het bovenste gedeelte van de Ganges neemt hier een aanvang. Tot 1753 behoorde deze stad tot het rijk van den Groot-Mogol. In gemeld jaar werd zij door Safter-Jang, visier van Audh, veroverd, maar reeds in 1765 kwam zij onder de Britsche heerschappij. Wel zag zij zich toen verheven tot residentie van den Sjach Van Aloem, maar deze verliet haar, waarna zij in 1773 door de Engelschen aan den Nabob van Audh werd afgestaan, die haar later overgaf aan de Oost-Indische compagnie. In Junij 1857 werd er de opstand terstond gedempt door het kloekmoedig gedrag van den overste Nerill, die met 150 man Europesche soldaten van Benares derwaarts snelde.

< >