Alizarine-inkt in 1856 door August Leonhardi te Dresden uitgevonden, is een donkere, blaauwachtiggroene schrijf- en copieer-inkt, die veel bijval gevonden heeft, maar ook veelvuldig vervalscht voorkomt. De inkt van Leonhardi bestaat uit 42 deelen Aleppo- galappels en drie deelen meekrap-wortels, die op zooveel warm water staan te trekken, dat de vloeistof 120 deelen bedraagt. Nadat deze gefiltreerd is, worden er 1/5 deel zwavelzure indigo-oplossing, 51/5, deelen ijzervitriool en 2 deelen houtazijnzure ijzer-oplossing bijgevoegd.
Hij vervaardigt dezen inkt ook in een vasten toestand. Hiertoe wordt de vloeibare inkt uitgedampt en de overblijvende vaste zelfstandigheid in tabletten veranderd, die, aangemengd met 6 deelen warm water, een helderen copieer-inkt, en met 10 tot 15 deelen warm water een goeden schrijf-inkt leveren. De eigenschappen van den alizarine-inkt zijn, volgens den uitvinder, dat hij geen bezinksel vormt en ook niet dik wordt, gemakkelijk uit de pen vloeit, niet schimmelt en op het papier donker-zwart wordt. De indigo-oplossing maakt de pas geschrevene letters duidelijker en de krapwortel vermeerdert door zijn suiker den glans.
Volgens den medicinaal-raad Bley te Bernburg is een recept van Prollius te Hannover nog beter dan het voorgaande. Het is van dezen inhoud. Men bereide een warm aftreksel van l'/2 Ned. pond galappels, zoodat er na het filtreren 2'/2 Ned, pond vloeistof overblijven. Voorts vermenge men 5'/2 Ned. lood indigo-poeder met 2'/2 Ned. ons rookend zwavelzuur, late dit een etmaal staan en losse het vervolgens op in 2'/2 Ned. pond water. Hierbij voege men een Ned. ons ijzervijlsel en even zooveel krijtpoeder. Uit het ijzervijlsel en zwavelzuur ontstaat dan ijzer-vitriool. Eindelijk giete men de beide vloeistoffen bij elkaar.