zwirrelen - Werkwoord
1. (inerg) fladderend dwarrelen
♢ De gewonde stormvogels bleven zwirrelen boven zijn lakenen terwijl hun aanklepperend vlerkengeruisch hem telkens deed gillen en schreeuwen van afgrijzen.
Woordherkomst
(freqtt) zwieren met het achtervoegsel -el
Gepubliceerd op 30-10-2017
zwirrelen
betekenis & definitie