Gepubliceerd op 30-10-2017

zwieping

betekenis & definitie

zwieping - Zelfstandignaamwoord
1. (bouwkunde) een schuingeplaatste lat die twee onderdelen in onderling loodrechte stand houdt
Deze verbinding wordt ook verkregen door de zwiepingen welke tegen de steigerpaal en den kozijnstijl gespijkerd zijn.
2. (techniek) afwijking door doorbuigen
Het frame [...] is geheel van dikke buizen gebouwd [...] om [...] er alle zwieping aan te ontnemen.<ref>blz 79. De Kampioen<br>Feb 1, 1895<br>Vol. 12, No. 5<br>ANWB BV</ref>

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van zwiepen met het achtervoegsel -ing

Synoniemen
[1]: schoorlat