Gepubliceerd op 30-10-2017

zwanenhals

betekenis & definitie

zwanenhals - Zelfstandignaamwoord
1. lange, gebogen hals
De oude vrouw had vanwege het harde werken een zwanenhals gekregen.
2. S-vormige buis
De afvoerbuis van een gootsteen bevat vaak een zwanenhals om stankgeur tegen te gaan.

Woordherkomst
samenstelling van zwaan en hals met het invoegsel -en-

Synoniemen
[2] sifon