Gepubliceerd op 30-10-2017

zwagerin

betekenis & definitie

zwagerin - Zelfstandignaamwoord
1. (familie) de echtgenote van iemands broer of zus, of de zus van iemands echtgenoot of echtgenote

Woordherkomst
Afgeleid van zwager met het achtervoegsel -in (dat vrouwelijke varianten vormt).

Synoniemen
(Surinaams-Nederlands) zwageres
(Europees-Nederlands) schoonzus, schoonzuster

Verwante begrippen
zwager, schoonbroer, schoonbroeder