Gepubliceerd op 30-10-2017

zwaardvecht

betekenis & definitie

zwaardvecht - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwaardvechten
♢ Ik zwaardvecht
2. gebiedende wijs van zwaardvechten
zwaardvecht!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwaardvechten
zwaardvecht je
4. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwaardvechten
Nu is het tijd om hun kunsten met stokken aan anderen te tonen, en te laten zien wie de sterkste is (of het beste zwaardvecht).
Goede God... men heeft drie-honderd jaar akademie gehouden, om de proporties van den Apollo en den Achilles en den Herkules en de Venus te leeren kennen, om te leeren, hoe men zich draait als men bikkelt, en hoe men zich buigt als men schijfwerpt, en hoe men zich rekt als men zwaardvecht - en men geeft geen half jaar aan de beoefening van christelijke typen!