zuigt - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zuigen
♢ Jij zuigt
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zuigen
♢ Hij zuigt
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van zuigen
♢ zuigt!
Gepubliceerd op 30-10-2017
zuigt
betekenis & definitie