zuigen - Werkwoord
1. een verlaagde druk aanleggen met de mond of met een apparaat
♢ Deze machines zuigen aan de bovenkant warme lucht aan.
2. (informeel) doorgaand treiteren, telkens opnieuw beginnen over iets met de bedoeling iemand anders kwaad te maken
♢ Zit niet zo te zuigen!
Synoniemen
[2] klieren, pesten, treiteren, vervelen
Verwante begrippen
[1] sabbelen, lurken
Gepubliceerd op 30-10-2017
zuigen
betekenis & definitie