zuchtig - Bijvoeglijk naamwoord
1. (psychologie) een onbedwingbaar verlangen naar iets koesterend
♢ Vandaar dat wij nu reeds kunnen stellen dat er geen zuchtige mens bestaat, maar een heterogene groep van zuchtige mensen, van neurotici tot psychopathen, van defectueuze organisch-cerebraal gestoorden tot schizofreen gestoorden.
Woordherkomst
afgeleid van zucht (stam van het werkwoord zuchten) met het achtervoegsel -ig
Gepubliceerd op 30-10-2017
zuchtig
betekenis & definitie