zucht - Zelfstandignaamwoord
1. (medisch) ziekelijke of overmatige zwelling door opeenhoping van vocht in het menselijk of dierlijk lichaam, waterzucht
2. ziekelijke onbedwingbare drang, verslaving, begeerte
3. eerste afscheiding van melk in de borsten van een zwangere vrouw
zucht - Zelfstandignaamwoord
1. hoorbare uitademing, meestal als uiting van ongenoegen of verveling
♢ hij slaakte een diepe zucht
2. tocht, luchtstroom
♢ het is benauwd en er is zelfs geen zuchtje wind
zucht - Werkwoord
1. enkelvoud tegenwoordige tijd van zuchten
2. gebiedenwijs van zuchten
Gepubliceerd op 30-10-2017
zucht
betekenis & definitie