Gepubliceerd op 30-10-2017

zucht

betekenis & definitie

zucht - Zelfstandignaamwoord
1. (medisch) ziekelijke of overmatige zwelling door opeenhoping van vocht in het menselijk of dierlijk lichaam, waterzucht
2. ziekelijke onbedwingbare drang, verslaving, begeerte
3. eerste afscheiding van melk in de borsten van een zwangere vrouw

zucht - Zelfstandignaamwoord
1. hoorbare uitademing, meestal als uiting van ongenoegen of verveling
hij slaakte een diepe zucht
2. tocht, luchtstroom
het is benauwd en er is zelfs geen zuchtje wind

zucht - Werkwoord
1. enkelvoud tegenwoordige tijd van zuchten
2. gebiedenwijs van zuchten