zog - Zelfstandignaamwoord
1. dat wat een zuigeling zuigt
♢ Vroeger werd ter versterking van het zog aanbevolen dat vrouwen bier zouden drinken.
2. de zuiging ontstaan door de beweging van een voorwerp in water of lucht
♢ Het zog achter zo'n vrachtwagen is niet te onderschatten.
3. (overdrachtelijk, in het ~ van:) in het vervolg van iets
♢ In het zog van die affaire werd er veel meer jacht op dit soort misdadigers gemaakt.
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van zuigen
Synoniemen
[1]: moedermelk
Gepubliceerd op 30-10-2017
zog
betekenis & definitie