Gepubliceerd op 30-10-2017

zog

betekenis & definitie

zog - Zelfstandignaamwoord
1. dat wat een zuigeling zuigt
Vroeger werd ter versterking van het zog aanbevolen dat vrouwen bier zouden drinken.
2. de zuiging ontstaan door de beweging van een voorwerp in water of lucht
Het zog achter zo'n vrachtwagen is niet te onderschatten.
3. (overdrachtelijk, in het ~ van:) in het vervolg van iets
In het zog van die affaire werd er veel meer jacht op dit soort misdadigers gemaakt.

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van zuigen

Synoniemen
[1]: moedermelk