Gepubliceerd op 30-10-2017

zitkamer

betekenis & definitie

zitkamer - Zelfstandignaamwoord
1. kamer in een huis met gemakkelijke stoelen.
In de zitkamer keken we televisie.

Woordherkomst
samenstelling van zit(werkwoord) en kamer

Synoniemen
huiskamer, leefkamer, living, woonkamer, woonvertrek, salon