zindelijk - Bijvoeglijk naamwoord
1. zijn natuurlijke behoeften beheersend
♢ de kinderen zijn op die leeftijd meestal nog niet zindelijk
2. helder, proper, rein, schoon
3. ethisch of rationeel zuiver (puur)
Woordherkomst
(eigenlijk 'zinnelijk':) afgeleid van zin met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
Antoniemen
onzindelijk
Gepubliceerd op 30-10-2017
zindelijk
betekenis & definitie