ziek - Bijvoeglijk naamwoord
1. (medisch) zich bevindend in een toestand waarbij sommige lichamelijke processen niet goed werken, niet gezond zijnd
ziek - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zieken
♢ Ik ziek
2. gebiedende wijs van zieken
♢ ziek!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zieken
♢ ziek je?
Antoniemen
gezond
Verwante begrippen
ongezond
Gepubliceerd op 30-10-2017
ziek
betekenis & definitie