zette voor - Werkwoord
1. enkelvoud verleden tijd van voorzetten
♢Ik zette voor
♢Jij zette voor
♢Hij, zij, het zette voor
Woordherkomst
uit zette (werkwoord) en voor(bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Gepubliceerd op 30-10-2017
zette voor
betekenis & definitie