zesenhalf - Hoofdtelwoord
1. (breukgetal) de breuk 6½; zes en een half
♢ Zijn zusje is zesenhalf jaar oud.
♢ Het meet zesenhalve meter.
Woordherkomst
samenstelling van zes en half met het invoegsel -en-
Gepubliceerd op 30-10-2017
zesenhalf
betekenis & definitie